zaterdag 6 juli 2013

Drugs

Ik word wakker in een cabin van Bryce Pioneer Village, Tropic, Utah. Die village is eigenlijk niks meer dan een verzameling ouwe, houten barakken. Sommige met een terras aangebouwd, andere –zoals mijn kotje- krijgen de schaduw van een paar bomen cadeau.
Mijn hok meet amper vier bij vijf meter en ruikt een beetje muf, maar er is een tafel met twee stoelen, een televisie, een -propere- kleine badkamer, een fris ruikend bed, een kapstok, een sfeerlampje, een schilderijtje van John Wayne, airco, draadloos internet, en de Holy Bible. Dus bijna al het noodzakelijke. Iets verderop is er een kantine waar er dinner shows geserveerd worden. Cowboys gaan er in de clinch met vuist en geweer terwijl je er een flinke steak achter de kiezen steekt. Alles opgevrolijkt door een live country band. Live Western Entertainment! Helaas, gisteren niet.

Een slaapplaats vinden gaat tot nu toe makkelijker dan gedacht. Omdat ik vandaag een flinke rit naar Page voor de boeg heb, en ik geen zin heb om me te haasten, heb ik gisterenavond reeds een kamer in die stad geboekt. Van hieruit kan ik Page via twee richtingen bereiken, een lange en een kortere route, maar ik verkies de lange omweg omdat die hoofdzakelijk via scenic byways loopt, zoals route 12.

Die route 12 heeft volgens sommige bronnen het recht op ‘De mooiste mijlen van Amerika’. Een bewering die ik onmogelijk kan betwisten, maar voor mezelf is het in ieder geval de Number One Road uit mijn –voorlopig- leven. Byway 24 en 95, die vanaf Torrey een verlengstuk breien aan die schoonheid, bezitten bovendien een fabuleuze eenzaamheid. Voor een kluizenaar is dit traject pure, onversneden heroïne.  




Geen opmerkingen: