dinsdag 9 juli 2013

Tubah

Gisteren, op weg van Page naar Bitter Springs, kom ik voor een verrassing te staan, Highway 89 staat afgesloten. Ik moet een omweg maken van een slordige 150 mijl om ongeveer in de buurt te raken die ik voor ogen had.
Ergens halfweg die omleiding neem ik een hotelkamer in Tuba City, een stadje in Navajo gebied. De stad oogt armoedig, en de enige reden dat een hotel hier overeind kan blijven is de gunstige ligging, in de buurt van Grand Canyon National Park. Ik eet er mijn eerste hamburger op Amerikaans grondgebied, hij is te groot, te vet, en te pikant. De liter Pepsi die ik erbij krijg komt goed van pas. Alcohol wordt er niet geschonken in dit deel van het Navajo reservaat.

Grand Canyon kun je langs twee kanten bereiken, noord of zuid. De noordkant is vanaf Tuba City een stuk verder rijden, maar noord ligt dan weer een flink pak hoger dan zuid en biedt dus ook wat meer groen en koelte, tijdens de wintermaanden kun je de north rim zelfs niet bezoeken. Dat slechts één percent van de toeristen de noordkant kiest zal zijn redenen wel hebben, maar voor mij maakt net dit gegeven de keuze tussen noord of zuid erg gemakkelijk. Bovendien ontdek ik op de heenweg ernaartoe Cliff Dwellers Lodge. Een motel met een twintigtal kamers, een bescheiden bar/restaurant, een pompstation, en een shop met souvenirs en visgerief. Verder niks meer dan zand, helmgras en rotsen in de buurt, zover het oog reiken kan. Ik reserveer een kamer en ontdek ’s avonds, terwijl ik dit hier nu neerschrijf, dat het aanvoelt als de beste plaats ter wereld.


Dat ene percent bezoekers aan de noordkant van Grand Canyon lijkt me trouwens bij aankomst toch nog meer dan genoeg. Ook hier geldt als enige remedie tegen hun gejengel: gaan wandelen, het hoeft trouwens niet ver te zijn. Ik neem een trial van een kilometer of tien door bosrijk gebied, met hier en daar een uitloper die een mooi uitzicht biedt op een erg klein deeltje van een gigantisch geheel. 



Geen opmerkingen: