Ik rij noordwaarts, Highway 15, vanuit Las Vegas richting
Salt Lake City. Op de radio
klinkt God Bless America. We
zijn 4th of July, happy birthday America,
scandeert de presentator, en laten we de
dag dat het grootste land ter wereld geboren werd, nooit vergeten!
Na het ontbijt vanmorgen een luchtmatras en wat bedlinnen in
de ruime koffer van mijn Jeep Grand Cherokee gegooid, voor het geval het moeilijk mocht blijken hier of daar slaapgelegenheid te vinden onderweg. Voor de passagierszetel een piepschuim
koffer geplaatst, voor een kwart opgevuld met een grote zak crushed
ice, dergelijke eenvoudige koelkasten zijn hier zowat in elke winkel te
koop. Bij deze temperaturen gaat immers niemand op stap zonder drinkwater in z’n
auto. Onderweg begon me trouwens te dagen waarom ze dit goed isolerend materiaal de naam piepschuim hebben gegeven. De gps moet ik naderhand op het dashboard zien te monteren want het is
reeds het tweede exemplaar dat de brandende hitte op de voorruit van de wagen niet
aankan, battery too hot to be charged!
Bij het binnenrijden van de staat Utah is het opmerkelijk
hoe het landschap plots veranderd, vanaf hier geen dorre woestijnvlaktes meer,
maar wel reusachtige, rode rotspartijen, alsof de autoriteiten onderling
afgesproken hebben waar de grens van Canyonland
precies moet liggen.
Allen, de eigenaar van de zeer sfeervolle B&B die ik
ontdek in Springdale, raadt me aan te gaan wandelen in de buurt van Kolob Terrace, een hoger gelegen plateau,
begroeid met pijnbomen, dat me verkoeling zal brengen. Onderweg naar Kolob zie
ik de buitenluchttemperatuurmeter van de Jeep voor het eerst onder de veertig
graden zakken, Allen krijgt gelijk. Vooral daar ik tijdens mijn wandeling
getrakteerd wordt op een fikse onweersbui.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten